januari 2021

Jongste kleuters

Met het thema “KIJK OMHOOG” leren we bewust omgaan met de zon, de maan en de sterren. Met de dag en de nacht. Met licht en donker.

In een terugblikmoment verwoorden de kleuters wat ze hebben geleerd en onthouden: 

* Ik heb in de zon een wandeling gedaan

* Ik maak schaduwen in mijn kamer

* In het licht kan ik spelen

* Ik heb gefietst in de zon

* Ik ben niet bang van het donker

* Als het zon is, is het dag. Als het donker is, is het nacht.

* Chinchilla Pinky is dood. We hebben hem begraven en ‘s nachts is het een sterretje.

* Mijn bomma  is een sterretje aan de hemel

* Als het donker is, zet ik de nacht met de maan en de sterren.

   Als het licht is, zet ik de dag met de zon.

Met het boek WIJ SAMEN, maken we kennis met het heelal, waarin de aarde, de zon en de maan een plekje hebben. En wij leven op de aarde.

Wij ontdekken licht en schaduw

In ons thema “licht & donker”, kwamen wij tot de ontdekking dat je met een lamp en een wit scherm heel veel kunt doen. Als je de figuur in het licht van de lamp houdt, zie een zwart silhouet, een schaduw op het witte scherm.

Plezant wordt het helemaal als we diertjes krijgen om mee te spelen, zo laten we de diertjes van alles doen op het witte scherm.

Als afsluiter speelde de juf een schimmenspel over de 3 koningen in een mini schimmentheater.

Draaien maar, op die super-kerst-carrousel!

Een kerstcarrousel maken die echt kan draaien, dat was de opdracht.
Liefst mooi versierd en met zo min mogelijk verspilling van materiaal.
Maar hoe zorg je ervoor dat één onderdeel draait terwijl een ander deel vast blijft staan?
Wat is de truc om stoeltjes te laten zwieren zonder dat ze vernestelen?
Is het echt mogelijk om een draaimolen te maken die draait zonder dat je hem aanraakt?
Er is veel geleerd op onze STEM-activiteit van december!
Het leverde vier knappe kerstmolens op, waarvan er drie effectief draaiden, en voorts 18 enthousiaste gezichtjes (van leerlingen én leerkracht).

Drijven of zinken onze bootjes?

In het 2de leerjaar werkten we de voorbije weken rond het thema ‘Proevertjes en proefjes!’. In dit kader bouwden we zelf een bootje dat we vervolgens in de klas testten op hun drijfvermogen (of bij sommigen: hun zinkvermogen!). Op de foto’s ziet u enkele van onze bootjes voor ze te water werden gelaten. Als voorbereiding op deze activiteit voerden we eerst enkele proefjes uit. Hierbij ontdekten we welke materialen blijven drijven: hout, kurk, piepschuim… Maar ook welke gingen zinken: steen, metaal, plasticine… We noemden ze de ‘echte drijvers’ en de ‘echte zinkers’. De test met een ballon vol lucht en een ‘leeg’ waterflesje leerde ons dat ook lucht steeds naar de oppervlakte wil en dus lichter is dan water. Met dit laatste in onze gedachten, voelden we ons als ‘tovenaars’ toen we erachter kwamen dat we de ‘echte zinkers’ toch konden laten drijven! We lieten die materialen immers in verschillende hoedanigheden te water en aanschouwden wanneer het zinkende materiaal toch kon blijven drijven! Zo zagen we dat een bakje van plasticine, een stenen kommetje en een metalen potje toch bleven dobberen! We besloten dat wanneer je ‘zinkende’ materialen als plasticine, steen en metaal een vorm geeft waarin lucht zit, ze toch kunnen blijven drijven! Hierdoor begrepen we hoe het komt dat de zware metalen boten op de Schelde toch niet op de bodem terecht komen: in het ruim zit bij de lading ook veel lucht! Tot slot probeerden we uit welk gewicht elk van onze zelfgebouwde schuitjes kon dragen. We hanteerden hiervoor de gewichtsmaten die we in het tweede leerjaar moeten leren, namelijk 100 g en 1 kg. De sterkste boot van onze groep kon wel 4 kg dragen! Hierbij ondervonden we tevens hoe we een lading idealiter over een drijvend voorwerp verdelen en begrepen we bijgevolg ook waarom er bij echte schepen tussenschotten in de ladingsruimte nodig zijn. Ook de noodzaak van een kiel tegen het kapzeisen werd ons duidelijk! Bij elk bootje namen we alle bovenstaande technische aandachtspunten onder de loep en bedachten we welke verbeteringen we nog konden aanbrengen. Het was een leuke en leerrijke activiteit!

Tijdens het eerste thema na de vakantie leerde we over licht en donker.
Tijdens de winter zijn de dagen korter, de nachten langer.
Als het donker is, dan wordt het nacht. Dan staan de maan en de sterren aan de hemel.
Als er licht is dan is het dag.
In onze klas maakte we het vaak donker en speelden we met lichtjes. We ontdekten dat de lichtjes aan en uitkunnen door op een knopje te duwen.
Er waren lichtjes op batterijen maar ook lichtjes op elektriciteit.

De begrippen dag en nacht waren goed gekend, dus deden we toch eens gek en kwamen we in pyjama naar school.
Op de pyjamadag poetsten we in de klas onze tanden.

De bewaarde zee

Met het nieuwe jaar hebben we nieuwe moed.
We moeten immer mee zorg dragen voor onze aarde. Maar waarom en hoe?
Hierover kregen we een duidelijke workshop van Marijke.
We leerden een zeevolkje kennen en hun problemen doordat de zee zo vervuild is door plastic.
We ontdekten hoe dat plastic in zee terechtkomt, wat er met al dat plastic in zee gebeurt.
We probeerden oplossingen te vinden om deze problemen op te lossen of te voorkomen.
Met een beetje gezond verstand lukt het ons zeker om de grote berg afval in zee te verminderen.

Pantomime  rond  de  winter !

Tijdens het thema ‘Een jaartje rond!’ speelden we in de klas een spelletje waarbij we iets moesten uitbeelden met ons hele lichaam, maar er niet bij mochten praten. Dit heet pantomime (of kortweg mime).

Per groepje kregen we een vijftiental kaartjes waarop een activiteit rond de tijd van het jaar, de winter, getekend stond. Om beurt moesten we er eentje uitkiezen en de gekozen tekening zo goed mogelijk uitbeelden. Wie van het groepje het snelst het nagebootste kaartje kon aanwijzen, mocht het kaartje nemen. Als alle prentjes aan bod gekomen waren, telde elke deelnemer zijn verworven kaartjes. Wie werd de winnaar?

Hier ziet u enkele foto’s… Herkent u het rollen van een grote sneeuwbal, het opeten van de neus van een sneeuwman, het vangen van een sneeuwvlokje op de tong, het naar beneden glijden op een slee, het met krukken hinken op één been, het voorttrekken van een slee, het vrolijk skiën, het gooien van een sneeuwbal, het spelen van ijshockey, het scheppen van sneeuw, het klappertanden in de koude…?

Expressieve groetjes van het tweede leerjaar.

Poëzieweek 28 januari 2021 – 3 februari 2021

Op ontdekking in de wereld van de poëzie.

Juf Lucie heeft een grote houten kist vol poëzie.

De kinderen van het eerste leerjaar vinden dit spannend en zijn heel nieuwgierig.

Oooh! In die kist zitten heel veel mooie, verschillende doosjes.

Elk kind mag één doosje kiezen, bewonderen en openen…

In elk doosje zit een kaartje met een gedicht.

Bij elk gedicht hoort een leuk opdrachtje.

Daarna mogen de kinderen uit een waaier van gedichten van Riet Wille een eigen keuze maken.

Dat gedicht wordt voorgelezen en besproken en moet dan zelf creatief geïllustreerd worden.

Poëtische elementen worden ontdekt.

Poëzie is overal!

Daarna mogen de kinderen zelf een korte vers schrijven…

de elf = gedicht bestaande uit elf woorden (1-2-3-4-1)

of/en de haiku = gedicht dat bestaat uit drie regels

(5-7-5 woorden of lettergrepen)

Als slot krijgen alle kinderen van de juf een prachtig poëziebundeltje!

Hou jij ook van poëzie?

Reacties zijn gesloten.